space picture adm20_title picture

space picture





Present

Past

Subjects

Projects

Misc
space picture

REVIEW AMSTERDAM 2.0 - FEB. 1998


Amsterdam 2.0, een bestandsopname

Date: Sat, 21 Feb 1998
From: Arjen Mulder

Het project tot nu toe

Doel van het project Amsterdam 2.0 is het ontwikkelen van een nieuw instrumentarium voor het ter discussie stellen van stedenbouwkundige problemen. Als proefmateriaal voor dit onderzoek gebruiken we het huidige Amsterdam, met het doel dit uiteindelijk een ander aanzien te geven. De ontwikkeling van de harde stedenbouwkundige structuur van Amsterdam blijkt tot het jaar 2030 al min of meer te zijn vastgelegd en vermag ons niet te inspireren. Productiever lijkt het om ons project een radicalere koers te geven en ons bij de ontwikkeling van onze concepten in eerste instantie niet te baseren op de politieke, economische, sociale, technische of andersoortige haalbaarheid. Allereerst pogen we methoden te vinden om de softe structuur van Amsterdam te analyseren en interpreteren.

Invalshoeken

1.Stad zonder mensen

Wanneer we de stad opvatten als non-organisch levend systeem, als systeem gericht op groei, instandhouding en vermeerdering, zijn de bewoners het middel dat de stad heeft gevonden om zijn noodzakelijke levensfuncties te kunnen vervullen. De stad is een zelf-organiserend systeem dat door de interacties van vele agenten en factoren in leven blijft, maar waarover niemand het uiteindelijke gezag heeft. Wat stellen we ons voor bij deze visie?

a) Neem de openbare ruimte. Gewoonlijk gaat men ervan uit dat die moet worden ingericht op de fysieke aanwezigheid van de inwoners. Als je openbare ruimte definieert als de lucht tussen de instituties, zou je de dichtheid van de stad kunnen vergroten door bijvoorbeeld de eerste twee verdiepingen van alle hoogbouw vrij te geven als openbare ruimte. Maar je kunt ook zeggen dat de openbare ruimte helemaal niet moet worden ontworpen om er fysiek in aanwezig te zijn en dat in ons klimaat de lucht in de stad bedoeld is om naar te kijken vanuit het raam. Openbare ruimte is dus ook boven de fysieke stad te creren.

b) De stad als organisme/ecosysteem is te analyseren op grond van de aanwezigheid en de bewegingen van materialen door het systeem, zowel de harde (beton, staal, glas, asfalt enz) als de zachte (kennis, geld, arbeid enz). De stad is een systeem van reservoirs (water, eiwit, geld, beroepsbevolking enz) waaruit allerlei stromen komen, die aanleiding geven tot het ontstaan van instituties die deze stromen kanaliseren, versterken of beheren.

Ontwerpen houdt hierbij in: stromen reguleren (hirarchisch), of zelfregulerende reacties oproepen door binnen het systeem aantrekkings- of afstotingspunten te plaatsen (non-hirarchisch). Hiertoe moet er eerst een model worden gemaakt van de bestaande stromen door het systeem. Dit model heeft evenveel dimensies als het systeem vrijheidsgraden bezit (als er vijftig belangrijke stromen door het systeem stad gaan, heeft het model vijftig dimensies).

In het aldus vervaardigde faseportret herken je wat de tendenzen van het systeem op de lange termijn zijn, waar de (al dan niet periodische) attractoren zitten, wat voor vorm die hebben, en waar de wendingen, de bifurcaties in de tendenzen optreden. Zodra je weet waar het systeem stroef loopt en waar het te snel holt, weet je waar je wat moet doen. Het zal duidelijk zijn dat er nog wel wat decennia voorbij zullen zijn voordat zo'n model gemaakt is - als het al ooit gemaakt kan worden.

c) De stad is ook te beschouwen als een cluster van informatie, als een cluster van tekens die onwaarschijnlijke verbindingen aangaan (informatie = onwaarschijnlijke verbinding). Wat er informatief is aan een stad, is op twee manieren te analyseren: wat vinden buitenstaanders er raar aan en wat vinden de inwoners er zelf verbazingwekkend aan? Met andere woorden: waarop zijn de inwoners trots en waarom zijn niet-inwoners gefascineerd door de stad? Het maken van een informatieportret lijkt een eenvoudiger methode om een stad te karakteriseren dan het ontwikkelen van een faseportret.

2. Stad zonder plaats

De stad is ook te beschouwen als een gedachtenproces, als een intelligente verzameling ideen. De ervaring leert dat als iemand van buiten in de stad komt wonen, hij of zij besmet raakt met deze ideen en (na enige tijd) Amsterdammer wordt. Dit roept de vraag op: is Amsterdam een functie van zijn huidige lokatie of kan het zich ook elders vestigen, in de vorm van een franchise? Als je iets binnen de stadsgrenzen van Amsterdam bouwt of ontwerpt, wordt dat vanzelf Amsterdam, maar is Amsterdam ook te deterritorialiseren? Kan het non-organische levenssysteem Amsterdam zich ook voortplanten?

Hiertoe moet de identiteit van Amsterdam worden onderzocht: is het datgene wat we ontwerpen, of zit het in de geschiedenis, of in het gevoel van het langs de grachten lopen, of is het een bepaalde omgang met wetten en regels, tolerantie en/of anarchisme? Als je elders een stad bouwt volgens de culturele identiteit van Amsterdam, kun je die stad dan ook Amsterdam noemen? Deze aanpak - ontwerp een buitenwijk voor Marrakech, Konya, Jaffna, Accra enz die Amsterdam 2.0 kan worden genoemd - dwingt ertoe op fysiek niveau te bedenken wat Amsterdam cultureel gesproken is. Hoe kan een stad Amsterdam worden, zoals Vancouver bezig is Hongkong te worden? Hierbij wordt gewerkt vanuit het ambassade-model: stukjes soeverein buitenland op binnenlands grondgebied. De stad Amsterdam kan zelf dit project oppakken, door aandelen uit te geven, met alles wat daarbij komt kijken.

3. Ecosysteem van culturele diversiteiten

Er bestaat nu een tendens om van Amsterdam een melting pot te maken waar allerlei culturen zich vermengen tot een soort nieuw-Amsterdamse standaard, op grond van het algemene beleid om goedkope, middeldure en dure woningen te mengen. Een andere aanpak zou zijn de verschillende culturele identiteiten op gerichte wijze naast elkaar te laten bestaan, ja, ze zich zelfs te laten versterken. Dit zou de onwaarschijnlijkheid van Amsterdam aanzienlijk verhogen, dus de reden om er trots op te zijn. Amsterdam zou een proeftuin worden waar te bestuderen valt hoe groepen met totaal verschillende culturen en ideologien het met elkaar uithouden.

Waar Amsterdammers zich lieten voorstaan op hun tolerantie, zou er nu een radicale tolerantie moeten worden ontwikkeld. De verschillende groepen - laten we ze 'tribes' noemen om de discussie over culturele eigenheid en het 'eigen volk eerst' te vermijden - kunnen in verschillende politieke enclaves gaan wonen met eigen wetten, scholen, medische voorzieningen, valuta enz, maar ze kunnen ook verspreid over de stad voorkomen.

Voorbeelden van recente naar tribes tenderende groepen zijn: hoofdkantoor-mensen, koffieshophouders, taxichauffeurs, krakers, veganisten ed (elke groep leeft verspreid door de stad). Je kunt ook aan gelokaliseerde tribes denken, oude of exotische. Om de gedachten te bepalen zouden er ontwerpen gemaakt kunnen worden voor: Chinezen (Confucius, vestingstad, innerlijke leegte), West-Afrikanen (iboga-eters, introspectie), Turken (Ottomaans rijk, macht en cultuur, soefi's), Nederlandsers (koopvaarders, verkopen van toekomst). En hoe zouden deze stammen het bestaande Amsterdam omvormen?

Ontwerpen houdt hierbij in: het mogelijk maken van het naast elkaar bestaan van radicale verschillen, dus het creren van grenzen, van niches in het ecosysteem Amsterdam.

Hoe ontwerp je trots? Door het ontwerpen van kleine gemeenschappen met kernen of lege ruimtes die de mensen zelf mogen invullen? Op de schaal van de stad moet in deze aanpak per ontwerp onderzocht worden waar het ecosysteem Amsterdam in evenwicht is en waar het van slag is, en hoe de nieuwe of vernieuwde niche invloed zal uitoefenen op het systeem. De stad is een netwerk waarin de verschillende tribes interacteren, en waarin het individu de mogelijkheid heeft van tribe te veranderen, of meerdere parallelle levens te leiden, terwijl de stedelijke dichtheid de zuiverheid perverteert met parasieten (inbrekers, potverteerders enz).

4. Deregulering van het stedelijk leven

Ervan uitgaande dat Amerika een paar decennia voorloopt op wat er bij ons gaat gebeuren, zullen veel van de boven beschreven ideen en aanzetten mogelijk worden in een volledig geprivatiseerd Amsterdam. Kapitalisme werkt idealiter via het dereguleren van de hirarchische orde en het herreguleren door middel van prestige en de informatieoverdracht waarmee die prestiges worden opgebouwd. In de informatiemaatschappij hoeft de staat geen controle meer uit te oefenen op voedsel, gezondheidszorg, afvalverwerking, cultuur, energievoorziening enz, omdat de informatieuitwisseling de rol van de staat heeft overgenomen.

De staat als systeem van bescherming voor de burgers wordt overbodig zodra de burgers zichzelf kunnen beschermen doordat ze weten waar ze aan toe zijn. Zoals restaurants en dokters nu al afhankelijk zijn van hun naam en prestige, geldt dat dan voor elke dienst. Als eerste aanzet kan hierbij het schoolsysteem worden vrijgegeven (als de staat de leerlingen betaalt om naar school te gaan in plaats van de scholen te betalen de leerlingen te onderwijzen, kan de leerling zelf uitmaken welke scholen goed zijn). Of de gezondheidszorg, inclusief de medicijnen. Of de afvalverwerking. Of de politiediensten enz. In plaats van de huidige tendens om Amsterdam zo veel mogelijk aan te sluiten op de omringende steden en landen, zou de stad in deze benadering op den duur een autonome staat worden, met een eigen stadsvaluta. space picture


Please report errors to --> errors@alamut.com
This page was first created on --> 7/6/98; 12:45:48 CET
This page was last modified on --> 7/6/98; 13:20:47 CET

space picture